Afscheid Sjon Debie als bestuurslid, maar gaat door als adviseur

01-02-2024

Hoe ben je betrokken geraakt bij de coöperatie?
Rond 2013, de tijd dat de ontwikkeling van de windturbines startte, werkte ik bij de gemeente Nijmegen bij het Ontwikkelingsbedrijf. Een afdeling binnen de gemeente, die belast is met grootschalige stedenbouwkundige projecten. Ik werd de projectleider aan de gemeentekant van deze ontwikkeling. Dat sloot aan bij mijn persoonlijke interesse: milieu in het algemeen. Daarnaast was het ook dankbaar werk, in die zin, dat met Jan van der Meer, als wethouder milieu en óók wethouder Ruimtelijke Ordening in de Waalsprong, de politieke rugdekking als een natuurlijk gegeven gegarandeerd was.

Op 5 december 2013 ontmoette ik Pim de Ridder voor de eerste keer. Volkert Vintges kende ik al langer. Samen waren zij Stichting Wiek. De coöperatie werd vlak daarna opgericht. Ik was lid nummer 5.

Waarom ben je bestuurslid geworden?
Het was mezelf al lang duidelijk dat ik emotioneel betrokken ben bij dit maatschappelijk thema, het klimaat/milieu. Het is daarom niet vreemd dat ik me op de een of andere manier hiervoor in zou zetten.

Daarnaast geloof ik er in dat we de wereld verder helpen als we allemaal een vorm van maatschappelijke dienstplicht op ons nemen. Maatschappelijke dienstplicht gaat in mijn ogen verder dan vrijwilligerswerk. We moeten aan de bak en hard ook. Ik ben intussen met pensioen, maar de tijd van “achter de geraniums zitten” is voorbij.

Je kunt niet steeds je papiertjes op de grond blijven gooien, vervolgens verwachten dat de gemeente die opruimt en dan klagen dat de belastingen omhoog gaan. Je moet zelf geen papiertjes meer op de grond gooien en ook niet te beroerd zijn om die van anderen op te rapen. Zeker niet als aangegeven wordt dat de maatschappelijke kosten binnenkort niet meer te dragen zijn.

En netto houd ik er natuurlijk een goed gevoel aan over.

Wat is je het meest bijgebleven van de afgelopen jaren? Waar ben ik het meest trots op?
Natuurlijk de opening van het windpark en het zonnepark. We hebben samen laten zien dat we wat kunnen. Het waren twee mooie feestjes. We hebben sinds 2016 al heel wat duurzame kilowattjes gedraaid en we hebben laten zien dat we heel wat kunnen als we het maar samen doen.

Als ik buiten ben, ben ik steeds op zoek naar onze molens. Sinds de kolencentrale is afgebroken heb ik andere bakens nodig om te bepalen waar de wind vandaan komt. De pluim van de centrale is er niet meer. De molens zijn nu mijn bakens.

Voorlopig beschouw ik ze als een teken van vooruitgang.

Wat ga je nu doen/doe je nu allemaal nog?
Doorgaan en niet proberen te versomberen bij alle berichten over elk nieuw warm- of kouderecord, overstroming en smeltende poolkappen. Het gaat maar door.

Het helpt mij als ik daarbij mensen tegenkom met een vergelijkbare inzet. Laatst was ik bij Zutphen Energie, een organisatie met een mooi verhaal dat uitgaat van samen en elkaar helpen, waarbij er gezocht wordt naar milieuvriendelijke mogelijkheden.

Waar ik geen weg mee weet, is mijn inschatting dat natuur/milieu/klimaat in brede kringen, en ik bedoel in breeeeeede kringen, niet beschouwd worden als collectief bezit waar je vanaf moet blijven. We mogen ze nog steeds ongegeneerd gebruiken voor eigen genot. Bijvoorbeeld het “recht” om te parkeren voor de eigen voordeur, het “recht” op het uitzicht zonder windturbines in de verte en het “recht” op de depositie van schadelijk stikstof in de grond en de natuur. Volgens mij is er pas een oplossing mogelijk als niet het belang van het individu centraal staat, maar het overleven van de mensheid. Politiek en juridisch zijn we nog lang niet zo ver.

Door deel te nemen als adviseur aan WPN wil ik bijdragen de stappen te zetten die gezamenlijk leiden tot het politiek en juridisch verder brengen van de energietransitie.